Spaarders met 100.000 euro op hun rekening, kunnen in de toekomst hun geld kwijtraken bij een bankencrisis. Het Europees parlement wil dat de belastingebetaler niet langer moet opdraaien voor de redding van grootbanken. Intussen zet het EU-parlement kleine spaarders wel uit de wind.
Belastingbetaler moet niet langer opdraaien voor redding van grootbanken
Als leitmotief geldt dat de belastingbetaler niet langer moet opdraaien voor de redding van grootbanken die een hele economie in hun val kunnen meesleuren. Enkel in heel uitzonderlijke omstandigheden zou nog publiek geld aangesproken kunnen worden, bijvoorbeeld in de vorm van garanties of een tijdelijke overname.
Bij de herstructurering of ordentelijke ontmanteling van een bank komen voortaan eerst aandeelhouders en schuldeisers aan de beurt. Als laatste reddingsboei kan ook geld van grote spaarders gebruikt worden. De kleine spaarders én de depositogarantiefondsen worden nadrukkelijk ontzien.
In voege tegen 2016
De Europarlementsleden willen dat het hele systeem tegen 2016 in voege treedt, twee jaar eerder dan de Commissie had voorzien. Daarnaast vraagt Europa dat de lidstaten ook een nationaal afwikkelingsfonds voorzien. Dat fonds, dat gefinancierd moet worden door de sector, moet op termijn 1,5 procent van de totale omvang van de deposito's van de deelnemende banken bedragen.
Lidstaten nog niet op dezelfde golflengte
Over de nieuwe regels moeten de Europarlementsleden nog onderhandelen met de lidstaten, maar die zitten nog niet op dezelfde golflengte. Gehoopt wordt dat de ministers van Financiën in juni een onderhandelingspositie kunnen vastleggen. Bovendien zou de harmonisering van de nationale stelsels slechts een opstapje moeten worden naar een echt Europees systeem, met een gemeenschappelijke afwikkelingsautoriteit en een Europees fonds. (belga fe)